
Midden in de stilte van de ochtend, omhuld door het warme water van haar bad, liet Maria haar gedachten afdwalen. Het water, dat eens een toevluchtsoord was, voelde nu als een herinnering aan de strijd die ze had gevoerd. De kanker had haar meegenomen op een reis van diepe dalen en onverwachte hoogtes, waarbij elk moment zowel een geschenk als een test was.
Toen ze naar haar weerspiegeling keek, waren de littekens en lijnen die haar lichaam markeerden als een kaart van haar reis. De zwarte puntjes op haar huid, de overblijfselen van de naalden die haar aders hadden doorboord tijdens de chemotherapie, waren nu deel van haar. De keuze voor een port a cath was een noodzaak geweest – haar aders konden de chemische aanval niet meer aan. Het litteken op haar borst, een herinnering aan de operatie , was zowel haar redding als een bron van onophoudelijke pijn.
De strijd tegen de kanker had haar lichaam veranderd; waar eens haar borsten waren, waren er nu slechts vage herinneringen en het gevoel van verlies. Haar buik, ooit glad, was nu getekend met een rode streep – het resultaat van een operatie die haar leven had gered maar ook haar lichaam had veranderd. Ze keek naar het overtollige vel dat overbleef nadat ze 30 kilo was verloren, een bijwerking van de behandeling en de stress die haar eetlust had beïnvloed.
Toch, ondanks alles, was dit lichaam van haar. Elk litteken, elke verandering, was een teken van haar overleving, een badge van moed. In de eenzaamheid van haar bad kwamen de tranen, niet van verdriet, maar van een overweldigend besef dat ze nog leefde. Ze mocht deze gevoelens ervaren, deze pijn en dit verlies. Ze mocht voelen.
De pijn die ze droeg was immens, maar ergens binnenin was er ook een onuitputtelijke bron van hoop. Ze had veel meegemaakt en gezien, te veel voor iemand om alleen te dragen, maar toch stond ze hier, haar eigen veranderde lichaam nog steeds herkennend. Ze was vastberaden dat ze zichzelf weer zou vinden, zichzelf zou liefhebben, zoals ze was.
Op een dag, wist ze, zou haar hart niet alleen de pijn van het verleden verwarmen, maar ook de belofte van de toekomst. Ze zou zichzelf weer omarmen, met al haar littekens, haar verhalen en haar ongebroken geest. In het water, in haar bad, had ze niet alleen haar oude zelf achtergelaten, maar was ze herboren in een nieuw licht van begrip en acceptatie.
Maria stond op uit het bad, druppels water glinsterden op haar huid als kristallen van haar vastberadenheid. Met elke stap voelde ze haar kracht terugkeren. Ze was veranderd, ja, maar ze was nog altijd Maria. Ze was overlevende, strijder, en bovenal, ongeslagen in haar reis door het leven.