
Hoeveel ellende moet een mens soms toch kunnen verdragen?
Toon Callewaert, psycholoog van opleiding.
Zijn vrouw Marian stierf op 47-jarige leeftijd, na een 12-jarige lijdensweg van eerst borst- en daarna botkanker. Zijn zoon Steven, geboren in 1971 als een normale, pientere baby/kleuter, maar kende daarna een totale degeneratie tot op het niveau van een diepe mentale handicap en raakte bovendien ook nog totaal verlamd. En die verblijft nu in een instelling voor personen met meervoudige handicaps.
En dit boekje, dat ik deze week weer ergens in een kringwinkel gevonden heb, met gedichten en mijmeringen van hem, was voor Toon een vorm van verwerking, een van zich afschrijven van een zeer moeilijke periode in zijn leven. Aangrijpende gedichten, getuigend van zijn enorme zielenpijn, zijn hulpeloosheid. Gedichten die je niet leest voor je ontspanning, maar je leest ze, en nog eens en nog eens... Een selectie maken uit dat boekje is een haast onmogelijke opgave; ik zou ze allemaal willen plaatsen, gaat niet, maar heb er toch een paar gekozen, representatief voor zijn hele boekje.
ONMACHT
Ik sta bij jou , mijn jongen
Een zware aanval doorsiddert je lichaam
Je wereld explodeert
Ik sta erbij , ik wil wel
Ik sta bij jou , mijn jongen
Die urenlange hik verkramt je lichaam
Wij proberen alles , niets helpt
Ik sta erbij , ik wil wel
Ik sta bij jou , mijn jongen
Je hoest je longen uit je lijf
Vastgeriemd in hospitaalbed
Ik sta erbij , ik wil wel
Ik sta bij jou , mijn jongen
Deed alles om je zindelijk te houden
Maar verloor ook deze veldslag
Ik sta erbij , ik wil wel
Ik sta bij jou , mijn jongen
Je raakte ineens totaal verlamd
Je zo te zien liggen doet me pijn
Ik sta erbij , ik wil wel
Ik sta bij jou , mijn jongen
Ik had je zo graag thuis verzorgd
maar moest zwichten voor de realiteit
ik sta erbij , ik wil wel
Kan niet!
MARIAN
De zon staat onbeschaamd te stralen aan de hemel
de bloemen op jouw graf , Marian
snakken naar adem en naar water
Je marmeren zerk blijft nu ook ongetogen stil
daaronder rust jouw doorziekte lichaam
heel vredig nu , en stil
We reden samen in de wagen
Je ademde hortend ondanks de reddende zuurstof
Bij de minste schok trok een pijnlijke grimas
doorheen jouw moegeterergde lichaam
Het uitstappen was een hel
even kort zuurstof missen
tegelijk moeizaam overladend
naar de harde rolstoel
In het cleane doktersoffice gleed de lange naald
zoekend doorheen je ribben
naar het dreigende vocht in je longen
Voor even letterlijk verademing brengend
tot het weer van overal binnensijpelde
onbarmhartig adem en leven afsnijdend
Toch had je die eeuwige stille glimlach
die taai trek om je mond
je tanden hard op elkaar
vechtend om overeind te blijven
strijdend tegen de kilte van de dood
Maar ook rotsen brokkelen af
wijken voor die beukende kracht van water
jouw innerlijke kracht kon dat broze lichaam
niet meer schutten en begaf.....
Ik sta hier dicht bij jou
en proef op mijn mond dat simpele
ontmoedigende woord
twee keer dezelfde letters
een geheel omsloten woord
DooD
EPISODE AAN ZEE
Juli 1992
Den Haan aan zee
Een blijmoedig tafereel
vader , zoon , en zon.
De vader , groot en sterk
omvat de hand van zijn zoon
in een vaste , bemoedigende greep
De zon dartelt speels
over de helm van Berg
gedragen door de zoon
teken van handicap
De lens zoomt in groothoek
de horizon verruimt
anderen komen in beeld
Vier jonge ruiters op statige paarden
twee frisse jongens van zestien
twee knappe meisjes van zestien
Plots zegt de blonde jongen luid :
" dat loopt zomaar op straat,
Hitler had er weg mee geweten!"
De zon schrikt , de zoon verstart , de vader.....
wat doe je dan als vader.....
De vader balt zijn vuisten tot harde knoken,
wendt woedend zijn blik naar het blonde gespuis
en .... zwijgt
Juli 2002
Het blijft vreten aan zijn hart .
Reactie plaatsen
Reacties