VAKANTIEBLUES

Meneer en mevrouw Willy, wat een avontuurlijk paar,
Op verlof in Nederland, van natuurpark naar natuurpark daar.
Met hun kleine campertje , primitief maar o zo fijn
Wandelen door de moerassen en bossen, wat een festijn

Soms raken ze verdwaald, dat gebeurt vaker
Verloren lopen tussen de bomen, struiken en geurend water
Maar dat deert de pret niet, nee, geeft geen verdriet
Want ze lachen en genieten, zelfs in het onbekende, zie je dat niet ?

's Nachts liggen ze lekker dicht bij elkaar,
In hun slaapplaatsen, moederziel alleen, maar zonder bezwaar.
En tussen de wandelingen door, gaan ze op schattenjacht,
In de kringwinkels, waar meneer Willy oude gedichtenboekjes verwacht.

Hij zoekt en snuffelt tussen de stoffige planken,
Op zoek naar vergeten verzen en rijmen om te ranken.
Mevrouw Willy kijkt glimlachend toe, vol plezier,
Terwijl meneer Willy de boekjes doorbladert met gretigheid en gier.

Hij vindt gedichten van vroeger, vol romantiek en passie,
Soms grappig en ondeugend, soms vol diepe compassie.
Meneer Willy leest ze voor aan zijn geliefde vrouw,
En samen genieten ze van de taal, zo puur en zo gauw.

Met hun campertje rijden ze van winkel naar winkel,
Op zoek naar schatten van woorden, voor hun poëtische prikkel.
Soms vinden ze een bundel die niemand anders wil,
Maar voor meneer en mevrouw Willy is het een kostbare schat, zo stil.

Dus hierbij een ode aan meneer en mevrouw Willy,
Met hun campertje, gedichtenboekjes en de momenten zo silly.
Op verlof door Nederland, waar ze soms de weg verliezen,
Maar ze lachen en genieten, want avontuur brengt hen het beste plezier