
Moeder,
Hier zit ik dan, achter mijn scherm, op mijn 70e jaar, een leeftijd waarop je zou denken dat de tijd alle wonden heeft geheeld. Maar er zijn nog altijd woorden onuitgesproken en gevoelens onverwerkt, die me naar jou doen terugkeren, zelfs nu je er al lang niet meer bent.
Ik herinner me mijn kinderjaren als een tijd zonder warmte, zonder de liefdevolle geborgenheid die elk kind zou moeten ervaren. Ons huis was kil, emoties waren verboden terrein. Je gaf me wel onderdak, eten, kleding – alles wat een kind nodig heeft om te overleven, maar niet om te bloeien.
Je was altijd strikt, nooit echt wreed, maar toch, de warmte die een kind behoort te voelen, ontbrak. Nooit een troostend woord, geen knuffel na een val, geen kus voor het slapengaan. Jij, moeder, met je strenge blik en harde woorden, leek altijd in gevecht met de wereld en helaas ook vaak met mij. Ik weet dat je misschien niet wist hoe je anders met ons moest omgaan, maar de afwezigheid van een troostend woord of een bemoedigende knuffel heeft diepe sporen nagelaten.
Ik kreeg nooit prentenboeken, omdat die 'voor kleine kinderen' waren. Boeken moesten ernstig zijn, educatief. Spelen op straat met andere kinderen was er niet bij; alles wat ik deed moest passen binnen de lijnen van jouw strenge normen. Onderwijs leek jou niet belangrijk voor mijn toekomst, maar toch heb ik doorgezet, mijn studies zelf bekostigd met vakantiewerk, omdat ik voelde dat ik meer kon en meer wilde.
Echt ongelukkig was ik toen niet, ik wist niet beter.
Maar toen ik Mevr Willy ontmoette, opende zij een nieuwe wereld voor mij. Een wereld waarin liefde, warmte en geborgenheid niet alleen mogelijk, maar essentieel waren. Zij leerde mij wat het betekent om deel uit te maken van een 'warm nest'. Het contrast met mijn eigen jeugd kon niet groter zijn.
Een maand na mijn afstuderen ben ik mijn eigen weg gegaan, weg van het huis dat nooit echt een thuis was. De jaren gingen voorbij en ik heb mijn eigen plek gevonden in de wereld, maar de herinneringen zijn nooit weggegaan.
Een paar jaar gelden ben ik ziek geworden, kanker. Goed dat je toen al dementeerde, je zou niet geweten hebben hoe er mee om te gaan.
Maar in mijn zoektocht naar steun kwam ik terecht op een online forum. Daar zagik hoe anderen hun moeders prijzen, hun onvoorwaardelijke liefde en steun beschrijven. En dat maakt mij diep ongelukkig. Waarom kon jij mij niet bieden wat zij hun kinderen gaven? Ik haat je niet, moeder, ik weet dat je op jouw manier je best deed. Maar het doet pijn dat ik niet hetzelfde kan voelen voor jou, dat de liefde die zo velen voelen voor hun moeder mij vreemd is.
Nu, met de jaren en afstand tussen ons, worstel ik met schuldgevoelens. Schuldgevoelens omdat ik de warmte niet kan voelen die een kind zou moeten voelen voor zijn moeder. En ik vraag me af, waarom? Waarom was onze relatie zo anders? Waarom moet ik worstelen met een gevoel van verlies voor iets dat ik nooit heb gehad?
Misschien schrijf ik deze brief meer voor mezelf dan voor jou, om eindelijk de woorden uit te spreken die al te lang ongezegd zijn gebleven. Misschien vind ik op deze wijze een manier om vrede te hebben met mijn verleden en met jou, waar je nu ook mag zijn.
Willy