BIJWERKINGEN

Gepubliceerd op 16 januari 2025 om 16:13


Misschien heeft dat chemobrein d'r iets mee te maken, maar er zijn toch zo van die dingen waar ik mijn hoofd over breek en geen zinnig antwoord op kan vinden. Zoals deze ochtend, toen ik weer ik mijn dagelijkse portie abiraterone naar binnen mikte. Pff, dat zijn echt geen snoepjes. Dat zijn van die serieuze pillen, groot genoeg om een gemiddelde krokodil mee te verstikken. En terwijl ik slikte, dacht ik: Hoe weten die dingen eigenlijk waar ze moeten zijn?

Ik zag het meteen voor me: een stoet van die dikke grote pillen die zich door mijn spijsverteringskanaal heen worstelen, als vrachtwagens in de Kennedytunnel op het spitsuur. Bij iedere bocht zie ik wel een verkeersopstopping : file bij de lever, vertraging bij de maag, om nog maar te zwijgen over een lekke band in de darmen. En dan, waarschijnlijk met de hulp van google Maps - of misschien gebruiken ze nog die ouwerwetse Tom-Tom,- komen ze aan bij zo'n bij de kankercel. En daar kloppen ze dan aan :"Excuseer, wij komen van Johnson & Johnson, mogen we even binnenkomen om de boel op te kuisen?"

Het klinkt toch als magie, vind je niet? Maar blijkbaar werkt het. Soms toch.

Ik leg dit briljante inzicht voor aan mevrouw Willy, in de hoop op een diepgaand gesprek over de mysteries van het menselijk lichaam. Maar nee hoor, die kijkt me aan alsof ik net had voorgesteld om de koffie te maken met soepballetjes. "Dààr maak jij je zorgen over?" vraagt ze dan, met die ene wenkbrauw omhoog dat alles zegt.

Nee, bij haar liggen de interesses elders. Als zij een pilletje voorgeschreven krijgt, wordt eerst die bijsluiter erbij gehaald. En dan leest ze dat ding met de ernst van een archeoloog die een verloren Maya-tekensysteem ontcijfert. Waar haar blik meteen op valt? Juist: ongewenste neveneffecten. Die lijst lijkt trouwens altijd langer dan je boodschappenbonnetje tijdens de feestdagen. 

‘Duizeligheid, dikke voeten, hoofdpijn… Wat is nausea?’ vraagt ze, alsof dat een exotische ziekte is waar je drie maanden voor in quarantaine moet. ‘Misselijkheid,’ leg ik uit. ‘Maar dan zo erg dat je denkt dat je meteen een emmer naast je bed nodig hebt.’ Ze trekt een gezicht alsof ik net heb voorgesteld om die emmer alvast klaar te zetten.

En het gaat verder. Rode vlekken, verhoogde bloeddruk, kans op hartritmestoornissen. Bij de rubriek "niet gebruiken tijdens zwangerschap en borstvoeding" kijkt ze me scherp aan. ‘Nou ja, dat is alvast geen probleem voor mij.’ Ik krijg het gevoel dat ze een punt wil maken, maar ik weet niet precies welk.

En dan komt het onvermijdelijke moment: het doosje verdwijnt richting milieubox. ‘Daar word je zieker van dan je al bent,’ besluit ze. En nog voordat ik iets kan zeggen, kondigt ze aan: "Ik voel me al beter. Kom, ik ben weg, 't is solden in het shopping center "

En dan blijf ik weer achter met een hoofd vol vragen. Want Mevr Willy heeft misschien wel een beetje gelijk: van al die medicijnen, bijsluiters en bijwerkingen krijg je soms meer koppijn dan van de ziekte zelf.

Maar goh, zolang mijn pilletjes netjes blijven aankloppen bij de juiste cellen, doe ik het ermee. 
Je moet wel, niet?