
Vandaag is het precies vijf jaar geleden. Vijf jaar sinds die ene bloedtest waarin Mr Willy’s PSA zich als een stoute schooljongen meldde: te hoog en te eigenwijs. Toendertijd had ie nog geen idee waar ie aan begon, maar uiteindelijk was dat kleine cijfertje de eerste stap in een levenslang avontuur: verhalen vol ziekenhuisbezoeken, pillen, scans, en dokters met serieuze gezichten; ook verhalen met humor en zelfspot.
Maar vooral verhalen met een royale schep zelfbeklag.
Zelfmedelijden, je weet wel: dat warme dekentje van ellende waar je jezelf zo graag in wikkelt. Het voelt toch lekker, niet? Net zoals zijn tas cappuccino die iets te heet is. Je weet dat je je tong kunt branden, maar je nipt toch door. De afgelopen jaren heeft ie zich erin gespecialiseerd. Het begint al ’s ochtends, bij het opstaan. Met ijskouwe en druppende neus ( CPAP, weet je wel ) kijkt ie in de spiegel en die kijkt terug met een blik die zegt: "Mr Willy, jij hebt betere dagen gekend." En dat is het startschot. De knieën doen pijn , de rug piept, en voordat je het weet zit je vol zelfmedelijden je karrevracht pillen te sorteren.
En zelfbeklag is als een goede vriend met slechte intenties. die haalt je over haalt je over om veel te lang te blijven hangen in je eigen verdriet
En dan is ie begonnen bloggen: geschreven heeft ie, over elke mijlpaal van zijn kankeravontuur. En alle jeugd- en andere frustraties werden van stal gehaald. Je weet wel: onbegrepen jochie, moeilijke thuissituatie, angst voor oud en dement worden, enz, enz en altijd hongerig naar aandacht. Overdreven? Misschien wel. Maar klagen is óók een vorm van aandacht. En als ie zijn blogs herleest, dan ziet ie dat ie daarin, alle humor ten spijt, een ware artiest in geworden is. Hij noemt zichzelf 'kankerlijer' met trots , want als je de bittere realiteit met humor kunt bestempelen, smaakt het allemaal net wat minder zuur.
Nou, die kutkanker, die hormoontherapie, dat spook van dementie geeft dus een enorme mallemolen in je hoofd. En het zal wel zo zijn dat ie dat gebruikt als een excuus om alles wat ooit misging in zijn leven aan te kaarten.. Al zijn verdriet, al zijn frustraties. Niet dat het oneerlijk is– het is tenslotte de waarheid – maar toch.
Maar soms, of misschien wel dikwijls, heeft hij toch wel heel diep in de put gekeken terwijl het zonnetje gewoon scheen.
Want eigenlijk gaat het best prima met hem. Geen verdachte pijntjes, geen ellende, die wekelijkse fles wijn gaat er nog altijd in zonder kokhalzen en hij kan in het bos nog altijd 10 km joggen, zonder dat ze hem met de brancard moeten wegdragen. En al is ie z'n autosleutels dan met de regelmaat van de klok kwijt, hij vindt ze toch nog altijd terug. Allemaal dus best goed voor een knar van 71 met prostaatkanker.
Maar toch blijft er dat stemmetje in zijn hoofd fluisteren: “Ach, arme jij, kijk toch eens hoe zwaar je het hebt.” en , alhoewel ie weet dat het in werkelijkheid wel best meevalt, hij luistert daar toch zo graag naar. Nou ja, zelfmedelijden heeft een bepaalde charme. Het is als een oude, vertrouwde jas die misschien niet past, maar die je blijft aantrekken omdat je er zo aan gehecht bent.
Soms denkt ie dat dat ie moet stoppen met al dat gezemel. Tenslotte heeft ie al een halve bibliotheek vol geschreven over zijn leven, zijn ziekte, zijn frustraties. Maar goh, waarom zouden we stoppen met iets dat leuk is.?
Dus ik blijf klagen, zolang ik kan. Misschien niet altijd tot in het extreme, maar het zal ongetwijfeld zijn weg naar mijn toetsenbord blijven vinden.
En zo ploeter ik voort, met een knipoog naar mijn eigen tekortkomingen. Want diep vanbinnen weet ik best: het valt allemaal wel mee. Maar dat hou ik liever voor mezelf. Voorlopig dan.
Want zonder een beetje tragiek is er geen verhaal. En laten we wel wezen: het is stiekem ook best vermakelijk, toch?