
Nou zitten we hier weer , achter die vertrouwde PC, met mijn even vertrouwde cappuccino naast mij.. Buiten schijnt de maan, en in het licht daarvan , bovenop de scheidingsmuur tussen onze tuinen, zie ik de kat van de buren zitten . Een ondefinieerbaar vuilbakkenras, wel mooi: een elegante combinatie van zwart en wit, dat moet ik toegeven, maar toch, een blik die verraadt dat hij zijn gloriedagen al achter zich heeft liggen. "Pas gecastreerd," zei de buurvrouw een paar weken geleden. Heel trots, alsof ze hem net een Oscar voor beste film had overhandigd.
En Mr Willy? Die voelt die kater. Letterlijk. Want die zit in een soortgelijke situatie, zij het met minder snorharen en meer buikvet.
Die kat, zeg ik je, die heeft het nog niet door. Maar het zal niet lang meer duren voordat hij beseft dat zijn nachten van heldhaftige straatgevechten en avontuurlijke escapades voorbij zijn. Vroeger, zo herinner ik mij uit mijn kinderjaren, slingerde zo'n beest zich ‘s nachts van dakgoot naar dakgoot. Zijn strijdkreten galmden door de duisternis, slapeloze nachten had je ervan, en na een heroïsch duel mocht hij het bed, of wat daarvoor moet doorgaan, delen met het mooiste kattinnetje uit de buurt. Een Casanova met klauwen.
Maar nu? Nu mag dat beestje wat dromen van wat was en nooit meer zal zijn. Hij ligt daar, wat loom, op die muur. Ook rond zijn flanken begint het vet zich langzaam zich langzaam te nestelen. Medelijden heb ik ermee. Want wat blijft er over van je mannelijke trots alles je alles moet inleveren voor de goede zaak? "Gezondheid," noemt de dierenarts dat dan. Maar laten we eerlijk zijn: hoe gezond is een leven zonder passie en avontuur?
Het is niet moeilijk om een parallel te trekken met mijn eigen situatie. Prostaatkanker en hormoontherapie hebben van Mr Willy een man ( nou ja, man ? ) gemaakt die zijn eigen gloriedagen steeds verder ziet wegglippen. Waar ik vroeger stevig in mijn schoenen stond, met energie voor tien en een blik die vonken sloeg, voel ik me nu als die kat op de muur. De spieren worden alsmaar minder, de buik wordt meer en een cup A zit er aan te komen. En je emoties: een cocktail van frustratie en melancholie, met een flinke scheut tranen voor de smaak.
Heroïsche straatgevechten voer ik al lang niet meer. Mijn avonturen beperken zich tot een tripje naar de kringwinkel, waar ik prinsheerlijk tussen de boeken ga zitten. En terwijl ik daar zit, denk ik wel eens: was dit het dan? Is dit hoe mijn verhaal eindigt, in een soort hormonale ballingschap?
De dierenarts waarschuwde de buurvrouw: gecastreerde katten hebben meer kans op blaas- en urinewegproblemen. Ik knikte instemmend, want dat herken ik. Hormoontherapie heeft ook bij mij voor een heuse medische soap gezorgd. En net als die kat voel ik me soms gevangen in mijn eigen lichaam, een schim van wie ik ooit was.
Maar weet je , dan kijk ik naar die kat en denk ik: misschien heeft die gelijk. Want terwijl die daar ligt te soezen, droomt hij misschien van zijn gloriedagen. Hij herbeleeft de nachten waarop hij koning van de straat was, een held van de duisternis. En misschien, heel misschien, is dat genoeg.
Dus hier zitten we dan, ieder op ons eigen muurtje. We hebben allebei onze gevechten geleverd, die kat en ik. En ja, we zijn beide een beetje getemd, een beetje zachter geworden. Maar zolang we nog kunnen dromen van wat was, en misschien lachen om wat is, zijn we toch nog niet verloren.
Want in onze dromen zijn we nog steeds helden. En wie kan daar nu tegenop?