Huwelijksperikelen

Gepubliceerd op 19 februari 2025 om 20:50

Haar stem had die bekende mix van irritatie en wanhoop, alsof ze het al twintig keer gezegd had, wat waarschijnlijk ook zo was: "Ge hebt het licht laten branden"

Mr Willy lag al in bed, stevig ingewikkeld in zijn dekens als een missionaris in de tropen, die zich tegen de muggen beschermt. Hij had zich voorgenomen zich deze keer niet te laten vangen. Niet weer.

‘Welk licht?’ mompelde hij.

                ‘Beneden. In de gang. Ik zag het door de spleet onder de deur.

‘Dat kan niet,’ bromde hij.

                 ‘Jawel, dat kan wél.’

‘Nou en?’ Hij zuchtte diep, overdreven diep, zoals alleen mannen dat kunnen. ‘Dat verbruikt toch niks. En daarbij, dat houdt de dieven buiten

                   ‘Dat zei je gisteren ook.

‘En het was waar.’

                    ‘Ik doe het niet uit,’ zei ze. ‘Wie het vergeet, moet het zelf oplossen.’

Het hinderde hem dat hun huwelijk over 15 watt struikelde. Ooit hadden ze diepgaande gesprekken gevoerd, plannen gemaakt, de wereld verbeterd vanop hun terras. En nu? Nu ging het over een lamp.

Hij draaide zich op zijn rechterzij, zijn gezicht naar de kalender met het paard dat over de schutting keek. Een hele maand februari keek dat beest toe hoe hij naar bed ging. Met een blik die iets tussen medelijden en minachting had. Het ergerde hem. Wie weet welk dier ze voor maart voorbehouden hebben. Misschien de close-up van een gorilla die in dienst van de missies was getreden.

                            ‘Ge vergeet álles, Willy,’ ging ze verder. ‘Uw sleutels, uw telefoon, uw afspraken, uw pillen, en nu zelfs het licht.’

‘Chemobrein,’ mompelde hij.

                               Aja, dat chemobrein,’ sneerde ze. ‘Altijd dat chemobrein. Maar ge vergeet wel nooit dat ge chemobrein hebt, hè? Hoe komt dat?’

Hij deed zijn ogen weer open. ‘Omdat ik het níét vergeten ben. Ik heb het gewoon laten branden.

                            ‘Dat is hetzelfde!’ 

‘Dat is helemaal niet hetzelfde!’ 

                             ‘Jawel!

‘Nietes!’

Ze zuchtte op haar manier: dramatisch en geladen, zoals een theeketel net voor hij fluit.

                               ‘Weet ge wat het is, Willy?’ zei ze, haar stem trilde een beetje. ‘Gij wordt anders. Gij zijt niet meer uzelf. Gij zijt humeurig, ge roept om niks, ge weet dikwijls niet meer waar ge bezig mee zijt, en als ik er iets van zeg, wordt ge razend.’

‘Ik word razend omdat gij altijd moet zagen over domme dingen!

                                 ‘Zagen? ZAGEN?’ Haar stem schoot omhoog. ‘Weet ge wat?  Laat dat licht maar branden! Steek gans het huis maar in de fik! Wat kan mij het schelen! Ik ben het beu!’

Ze gooide zich op haar zij en trok de dekens over zich heen.

Hij bleef een paar tellen liggen, zijn adem snel, zijn hoofd vol donderwolken. Toen gooide hij de dekens van zich af en stampte het bed uit.

                                 ‘Wat doet ge nu?’ vroeg ze bits.

‘Ik ga dat stomme licht uitdoen, omdat gij dat zelf niet kunt verdragen!’

Beneden klikte hij het licht uit met een overdreven dramatisch gebaar. Hij bleef even staan in de duisternis, zijn hart bonsde in zijn oren. Boven hoorde hij haar zuchten.

Hij klom de trap weer op, ging in bed liggen en trok de dekens weer over zich heen.

Stilte.

                         ‘Hebt ge het uitgeknipt?’ 

‘Ja, natuurlijk.’

Hij draaide zich op zijn zij. Even later hoorde hij zachtjes klik. Ze had het licht in de slaapkamer ook uitgedaan. Hij sloot zijn ogen.

‘Slaapwel,’ mompelde hij.

                               ‘Hmpf,’

Lange stilte.

Toen zei ze, nauwelijks hoorbaar:

               ‘Ge wordt echt anders, Willy. En ik weet niet hoe ik daar mee om moet.’

Hij slikte. Voelde een brok in zijn keel die hij niet verwacht had.

Zijn blik viel weer op het paard op de kalender. Het keek hem nog steeds aan.

Hij zuchtte. ‘Ik ook niet.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.