HOOG IN DE LUCHT

Gepubliceerd op 18 mei 2024 om 06:28

De oude generatie onder ons zullen zich Tim Visterin nog wel herinneren, die in 1970 een enorme hit scoorde met 'De vogel'. Een lied waarin een klein jongetje aan Merlijn de Tovenaar de wens uit om een vogel te zijn, vrij en gelukkig in de lucht rond te zweven.
Rondom dat thema had Mr Willy eens een hersenspinsel gemaakt, dat ergens in zijn concepten te wachten zat op een goede gelegenheid om te publiceren.
Nu dus.
Want Mr Willy voelde zich al een tijdje slechter in zijn vel , en een paar dagen geleden was dat tot uitbarsting gekomen. Zat ie daar een hele dag te zitten, gewoon wat ongelukkig te wezen. Allemaal zonder goede reden. Dom dus.   Zal dus die godverdomse hormoontherapie wel zijn.
Nou, daar is ie intussen wel wat uitgekrabbeld (en Zweef , zonder dat ie daarvoor dat apenpakje van Joost Klein nodig had)

Dus hier dat hersenspinsel over Mr Willy die hoog in de lucht zweeft, vrij van alle zorgen

En dan vliegt hij. Hij zweeft gewoon hoog in de stilte van het hemelrijk. De wolken onder hem, zacht en ongerept, vormden een deken die alle aardse zorgen verbergt. Verdriet, angst, en pijn laat hij achter, net zoals hij de grond had verlaten. Hierboven vliegt hij, vrij van de ketenen die hem beneden binden, hier heeft  hij vrede, een vrede die zeldzaam was in de schaduwen van zijn ziekte.

Hij vliegt, en bij elke ademteug opent zich een nieuw perspectief. De hoogte verheft hem  hem niet alleen fysiek maar ook mentaal. En van  hieruit ziet hij de aarde, zijn leven, niet als een plaats van strijd en lijden, maar als een canvas van ongekende schoonheid. Een eindeloze oceaan spreidt zich uit onder hem, een diep blauw dat glinstert onder de zon, met geheimen die wachten om ontdekt te worden.  Hij moet alleen maar durven dromen en ontdekken.

En hij vliegt....Langs de kust, de zee, het water. De stranden strekken  zich uit, hun zand zo wit als sneeuw, elke korrel verlicht door zonnestralen, elke golf een tedere omhelzing van de natuur. Hij ziet  de golven, denkt aan  afstand die ze hadden afgelegd om de oevers te strelen, zoals hij zich nu ver verwijderd voelt van zijn eigen beproevingen.

En hij vliegt verder, langs de groenblijvende bossen, waar torenhoge bomen naar de hemel reikten alsof ze zelf naar een stukje van het universum wilden grijpen. Zouden deze bomen ooit de sterren aanraken? Het was een herinnering aan de onbegrensde mogelijkheden van de natuur, en van het leven zelf.
En dan, terwijl hij vliegt, terwijl hij hij deze wonderen aanschouwt,  vraagt hij zich af waarom hij zo vaak faalt om de schoonheid van het leven te zien en te waarderen. 
Hij vliegt, hij  wil in de lucht blijven, zo lang als hij kan, om deze wonderen te bewonderen, om die gevoelens van vrede en verbondenheid met de wereld vast te houden, te koesteren. En als de tijd komt dat hij weer naar beneden moet, naar de realiteit van zijn fysieke beperkingen, hoopt ie dit perspectief zo lang mogelijk te behouden.

En in zijn hart neemt ie zich voor om de schoonheid te zien in alles wat er is, elke dag, elk moment, met elke adem die hij nog kan nemen. Want zelfs te midden van zijn strijd herinnert deze vlucht boven de wolken hem eraan dat er nog zoveel moois onaangetast en puur is, wachtend om gewaardeerd te worden, zelfs door iemand die tegen de schaduw van het onvermijdelijke ligt te vechten.

De herinnering aan deze vlucht geeft hem kracht. Terwijl hij terugkeert naar de realiteit van zijn dagelijkse leven, houdt hij vast aan de vreugde en de rust die hij heeft ervaren. Het is een lichtpuntje, een houvast in de donkere tijden, een bewijs dat zelfs in de diepste duisternis, er nog steeds momenten van puur geluk en schoonheid te vinden waren.

Deze momenten van vreugde moet hij koesteren. Ze zijn zijn anker, zijn reddingslijn in een zee van onzekerheid en pijn. 
En zo gaat ie de dag tegemoet, met een vleugje hoop en een hart vol herinneringen aan een vogel die hem leerde vliegen, zelfs al was het maar voor een nacht.

Website