
Zij zijn voor elkaar geboren
Zij hebben elkaar nooit verloren
Hun liefde vindt altijd gehoor
En dat komt niet veel voor
Hij houdt als hij op bed ligt
Haar hand vast als een kind
Zij kust hem op zijn kin
Daarna slapen zij in
En bij het eerste ochtendlicht, zo stil, zo zacht,
Ontwaken zij samen, in een huis vol pracht
Hij schenkt de koffie, zij de thee,
Hun leven loopt in liefdes eeuwige zee.
Hij leest de krant, met ogen vol verhalen,
Zij belt zoonlief, met zachte gebaren.
In eenvoud vinden zij hun thuis,
Een koninkrijk van gewoontes, zonder ruis.
De klok tikt traag, maar zonder pijn,
Hun handen verweven in een leven zo rein.
Ze kennen elk rimpeltje, elk litteken diep,
En hun harten zijn in liefde gegriefd.
Ze hebben leren dansen, op het ritme van de tijd,
Elk seizoen omarmd, in vreugde en strijd.
Een wonder van trouw, zo diep en zo puur,
Hun hartslag een symfonie, in harmonie en duur.
De macht van de gewoonte heeft hen niet vermoord,
In elk moment vinden zij elkaars akkoord
Zij zijn voor elkaar geboren, een zeldzaam wonder,
Een liefdesverhaal, dat gaat nooit ten onder.
Met ziekte als metgezel, toch gaan zij voort,
Hun liefde en vertrouwen nooit ontspoord.
Samen zien ze de toekomst, met hoop en met licht,
Hun harten verenigd, in een onbreekbaar gedicht.