OUD EN NIET EENZAAM

Gepubliceerd op 25 juli 2024 om 16:53

En nou had Mr Willy gisteren dat droevig visioen neergepoot van hoe ie z'n oude dag in het bejaardenhuis zou moeten doorbrengen, maar gelukkig kan het ook anders

Het is vlak voor tweeën. Iedereen zit klaar. Katrien schuifelt achter haar rollator verdwaasd wat heen en weer door de zaal , Pierre hangt voorover in zijn stoel en mompelt wat niet te verstane woorden. Een groep van vier zit aan tafel met speelkaarten in de hand zonder dat iemand van hen schijnt  te begrijpen welk spel ze spelen. Op de tafel een paar lauwe ondefinieerbare drankjes.
En ergens in een hoekje zitten twee mannen, Marc en Marcel heten ze, te suffen, hun zacht gesnurk vult de ruimte

En daar komt de familie  binnen, als een groep plichtmatige pelgrims die iedere zondag hetzelfde saaie ritueel moeten doorlopen. Ze nemen plaats bij hun vader of moeder, hun gezichten getekend door verveling die zo dik is dat je er doorheen kan snijden. Het gesprek komt niet verder dan een paar ongemakkelijke zinnen, de rest van de tijd wordt besteed aan het turen op hun mobieltjes, alsof die schermpjes hen naar een interessanter universum konden transporteren.
Soms hebben ze geluk:  dan is er een andere bezoeker die ze kennen en dan kunnen ze daar een praatje mee maken. 
 En constant werpen ze een blik op hun horloges, de seconden aftellend tot de marteling voorbij is.

De kinderen, meegebracht als verplichte bagage, vluchten naar de speelhoek waar ze zich een uur lang vervelen met oude, versleten speelgoedjes. De klok tikt tergend traag, als een oude pendule die ieder moment kon stoppen, en de minuten slepen zich voort alsof ze door een moeras waadden.
En dan slaat klok drie uur:  het bezoekuur is voorbij. Haastig springen de families op, drukken vluchtige kussen op gerimpelde wangen en geven slappe handen die nauwelijks een aanwezigheid voelen. Binnen enkele ogenblikken zijn ze verdwenen.

Een zucht van verlichting trekt door de zaal. 

Marc en Marcel staan op en haasten zich naar het biljart, twee jongens die niet kunnen wachten om te spelen. Hun ogen glinsteren van opwinding, want biljarten is hun passie, hun gedeelde levenslust.
Pierre, hun trouwe supporter, volgt met een glimlach op zijn gezicht. Hij strekt zijn benen, schuift zijn stoel dichterbij en steekt  een sigaartje op. Met een mengeling van scherpzinnigheid en humor geeft  hij commentaar op elk schot, zijn woorden soms een plaagstootje, soms een aanmoediging. De zaal vult zich met het geluid van vrolijk gekletter van de ballen, gelach en geanimeerde gesprekken, terwijl de drie vrienden zich verliezen in hun favoriete spel.
De vier aan de tafel schudden de kaarten en zetten het pokerspel voort waar ze sinds de ochtend al mee bezig waren. Alle weken troggelen ze een hoop zakgeld af van hun bezoekers, en daar spelen ze om.
Katrien gooit de rollator in een hoek, gaat achter de bar en zet wat vrolijke liedjes van vroeger op. Voetjes gaan van de vloer. De bar opent en de eerste borrels worden geschonken.

Het was altijd een kwestie van doorbijten, dat taaie bezoekuur. Maar de beloning was groot: het genoegen te weten dat zij die hen daar hadden opgeborgen er iedere week een uur lang een kleine hel beleefden.