
Elke rechtgeaarde (prostaat)kankerpatiënt die regelmatig zijn vakliteratuur raadpleegt, is ongetwijfeld bekend met stereotactische bestraling (SBRT). Dit is een precisiebehandelingsmethode waarbij een hoge dosis straling met sub-millimeter nauwkeurigheid wordt toegediend. Dankzij zeer geavanceerde beeldvormingstechnieken is dit mogelijk geworden.
Deze techniek wordt steeds vaker toegepast voor het bestralen van uitzaaiingen.
Prostaatkanker kan zich verspreiden naar andere delen van het lichaam (metastasen), en deze uitzaaiingen kunnen hormoonongevoelig worden. Dit betekent dat ze niet langer reageren op hormoontherapie. Deze hormoonongevoelige uitzaaiingen vormen een bron voor verdere metastasen, wat leidt tot een snellere verspreiding van de kanker.
Het idee achter het bestralen van deze uitzaaiingen is dat het elimineren ervan niet alleen de totale tumorbelasting in het lichaam vermindert, maar vooral de meest agressieve en hormoonongevoelige kankercellen aanpakt. Dit zou de progressie van de ziekte kunnen vertragen en de periode waarin hormoontherapie effectief is, kunnen verlengen.
Over deze benadering bestaat echter nog veel controverse. Want hoewel de voordelen ogenschijnlijk overduidelijk zijn, zijn er momenteel onvoldoende klinische studies die aantonen dat er daadwerkelijk verbetering in overleving is. En hoewel SBRT uiterst nauwkeurig is, kunnen er nog steeds bijwerkingen optreden, zoals vermoeidheid, huidreacties en collateral damage.
Maar, hoewel er dus nog geen definitief bewijs is dat deze aanpak de groei van kanker significant vertraagt en de effectiviteit van hormoontherapie verlengt, toch gelooft Mr Willy er heilig in.
Hij krijgt al bijna 3,5 jaar hormoontherapie en anderhalf jaar Abiraterone. Deze behandelingen hebben geholpen, maar niet goed als ie zou gewild hebben: zijn PSA daalde, maar bleef slechts tijdelijk onder controle. In die periode is zijn PSA drie keer terug beginnen stijgen, niet dramatisch snel maar onhoudbaar. Drie keer is er dan een PET-PSMA scan gemaakt, drie keer zijn er nieuwe uitzaaiingen geconstateerd en drie keer zijn die bestraald. En drie keer is zijn PSA dan terug gedaald tot een waarde van rond de 0,15. De laatste keer was vorige week. En alhoewel dat nog altijd te hoog is, is het toch laag genoeg om zich weer een tijdje comfortabel te voelen.
Zeker is dat zonder die tussentijdse bestralingen hij allang aan Cabazitaxel en/of Lutetium zou zitten.
En als je die behandelingen gehad hebt, is het wachten op dat grote wondermiddel, want daarna is er niks meer. Dus hoe langer je dat kunt uitstellen, hoe beter.