
In de stille uren van de nacht, wanneer de wereld lijkt stil te staan, sta je oog in oog met je eigen gedachten. Ze dansen rond in je hoofd als schaduwen in het maanlicht. Soms zijn ze teder en zacht, als vlinders die voorzichtig op de rand van je bewustzijn landen. Ze fluisteren woorden van hoop, herinneren je aan warme zomerdagen en de glimlach van een geliefde. Het is alsof je even wordt opgetild, zwevend boven de zorgen van de dag, badend in een zee van rust en tevredenheid.
Maar die momenten van sereniteit zijn vluchtig, en net zo snel als ze gekomen zijn, kunnen ze verdwijnen. De gedachten kunnen veranderen in stormachtige wolken, donker en dreigend, die in golven over je heen spoelen. Wat eerst een vredige dans was, wordt nu een chaotische maalstroom, waarin elke vreugdevolle herinnering versplintert en ondergaat in een zee van duisternis.
De gedachten worden dan geniepige indringers, die je geest binnen sluipen om je rust te stelen, ze fluisteren woorden die je liever niet wil horen, woorden die knagen aan je hoop en vreugde. Ze trekken aan je, sleuren je mee naar donkere plekken in je ziel, waar angst en onzekerheid als ongenode gasten op je wachten. Het voelt alsof je gevangen zit in een wild web van gevoelens, elk draadje gespannen en scherp. Je probeert je los te worstelen, maar de gedachten houden je vast, trekken je terug, zoals de oceaan de golven steeds weer naar de kust sleurt, zelfs als je wanhopig probeert te ontsnappen.
Wanneer je je ogen sluit, zie je geen troostende dromen, maar beelden van strijd en verlies. De kanker is als een vijandige vijver, stil aan de oppervlakte, maar diep en verraderlijk onder de golven. Je gedachten trekken je keer op keer naar beneden, alsof ze je willen laten verdrinken in een zee van wanhoop. Het is in deze momenten dat de nacht het zwartst lijkt, en de stilte rondom je weerkaatst de chaos in je hoofd.
Maar dan, wanneer alles lijkt te bezwijken onder de zwaarte van je zorgen, is er een plotselinge ommekeer. Het kleinste lichtpuntje kan een vonk van optimisme ontsteken. Je denkt aan de zware uitdagingen die je al overwonnen hebt, je denkt aan de glimlach van een kind, aan de liefde waarmee je omringd bent. Je herinnert je de prachtig mooie dingen in je leven, de momenten van intense vreugde. Die herinneringen zijn als lichtstralen die door de storm breken, kleine maar o zo krachtige momenten die je optillen, je een ademruimte geven, die je laten geloven dat je veel meer aankan dan je denkt.
En aan deze momenten klamp je je vast, aan beelden van zonovergoten dagen en lachende gezichten. Ze geven een ontsnapping, tonen de kracht die in je schuilt. En hoewel die beelden soms snel vervagen, opgeslokt door de schaduw van je zorgen en verdriet, blijven ze belangrijk, omdat ze je herinneren aan wat ooit was en wat weer kan zijn.
En zo, terwijl de wereld om je heen in rust verzonken is, zit je daar. Je voelt de onmacht in je vuisten, gebald tegen de pijn en het onrecht. Maar toch, diep van binnen brandt een vlammetje. Geen vlam van wanhoop, maar een die weigert te worden gedoofd, hoe hard de storm ook woedt. Je herinnert je dat zelfs in de zwartste nachten, de dageraad altijd weer zal aanbreken.
Maar hoe mooi zou het zijn als je de vlinders van je gedachten zou kunnen besturen, je laten meevoeren naar een plek ver van hier, een plek waar de kanker je niet kan volgen, waar je vrij en onbezorgd zou kunnen ronddwalen .
Hoe mooi zou dat niet zijn ....