IDENTITEIT

Gepubliceerd op 6 november 2024 om 19:39

Het leven als kankerlijer vraagt nogal wat bezoekjes aan het ziekenhuis. 
Zo ook gisteren, toen Mr Willy weer richting hospitaal ging voor zijn zoveelste controle. Mevr Willy moest er ook zijn, voor andere dingen, dus hadden we afspraak geboekt op hetzelfde uur. Samen gaan is toch prettiger.

Bij de ingang van het ziekenhuis staat zo'n ticketautomaat. Het is zo’n high-tech apparaat waar je je identiteitskaart in schuift en een papieren tsunami in ruil ontvangt: een bevestiging, een hoop documenten, en een soort plattegrond van het ziekenhuislabyrint – zonder dat vind je de weg nooit meer.

Je schuift je kaart erin. Geen reactie. "Nou ja, verkeerd ingestoken, zeker" Even omdraaien. Geen succes. Nog eens omdraaien, een paar keer de chip langs je mouw poetsen om het ding nieuw leven in te plaatsen. Maar nee hoor, het scherm blijft nors stil. 
Nou, waarschijnlijk is dit gedrocht gewoon kapot. dus je sjokt naar de volgende automaat. Daar gaat de kaart weer. Maar ook deze machine zwijgt in alle talen.

En dan, natuurlijk, staat daar ineens Mevr Willy. Handen in de zij, wenkbrauwen omhoog, die blik die hem meteen met tien jaar ouder doet voelen. "Zèèèg, ezel," roept ze uit, luid genoeg voor de halve inkomhal. "Dat is je bankkaart waar je mee zit te proberen! Zèèèg, je bent toch niet dement aan het worden, niet?"

En dan stokt je adem weer. Slik. Je zoveelste frats. Je voelt de ijskoude rilling langs je rug en grijnst schuchter. “Goh nee, schatje, chemobrein, weet je wel…” En met een onschuldig lachje probeer je het van je af te schudden, maar Mevr Willy blijft hem aankijken, ogen die ineens een stukje scherper lijken te staan, alsof ze recht door zijn smoes heen kijkt.

En de rest van de dag voel je  haar blik in je rug priemen. Achterdochtig, afwachtend, speurend naar meer sporen van vergeetachtigheid. Ze zegt niets, maar haar ogen spreken boekdelen. 

En dan voel je het gewicht weer van die woorden die je niet hardop durft te zeggen, nog niet, niet zolang het niet erger wordt. Want als je dat doet, als je  het zegt, dan stort haar wereld in, en wat blijft er dan nog over voor hem?

Nou, goed dat we nog slim genoeg zijn om er een een blog over te schrijven, dan lijkt alles toch weer gewoon , ja toch?