
Die rotkanker kabbelde dus al een paar jaar rustig voort. Het was zo’n vriendelijk kabbelend beekje, waar je op een zonnige middag aan gaat zitten met je voeten in het water, al klotsend tegen je enkels, bijna geruststellend. Bijna toch.
En ja, je had er op zich best mee leren leven. De abiraterone deed zijn werk, en de PSA-waarden bleven netjes, als brave schoolkinderen in de rij. Af en toe een kleine opstand, maar dan kwam de radioloog met zijn laserstraal van orde, en alles keerde weer naar het kalme kabbelniveau.
Maar kabbelend water kan verraderlijk zijn. Zo sluipend traag als het leek te gaan, zo weet je ergens in je achterhoofd dat dat beekje kan veranderen in een kolkende rivier. En de laatste maanden begon dat beekje toch wel wat onrustig te worden. Een lichte stijging van de PSA, een bijna fluisterende waarschuwing dat je kalmpjes aan resistent begon te worden. Maar goed, kalmpjes aan, dus nog geen paniek.
Tot nu dus. Op twee maanden tijd een stijging van 0.16 naar 7.1. Dat is geen stille kabbeling meer. Dat is een raket, eentje met fel oranje vlammen, die recht omhoog schiet, terwijl ik ernaar sta te kijken met grote ogen en een mond vol tanden.
Alle hens aan dek, dus, maar je staat stuurloos op een schip dat richting storm zeilt.
Wordt je daarvan depressief? Nee, niet echt. Ook niet ongelukkig, want je weet dat het Zwaard van Damocles er hangt, bungelend aan dat zijden draadje, recht boven je hoofd. En je hebt al genoeg tijd gehad om je mentaal voor te bereiden, om dat zwaard boven je hoofd te omarmen alsof het een oude vijand is die je inmiddels bij de voornaam noemt.
Maar Zweef, ja Zweef, die had het juiste woord: Droevig.
Niet het dramatische verdriet van natte zakdoeken en langgerekte snikken, maar het soort droefheid dat je stil in de borstkas voelt zinken, alsof daar een steen naar beneden valt in het stilste van het stilste water.
Geen kabbeling meer.