
Vrijen: een woord dat ooit zo zedig over de lippen kwam, haast fluisterend in het schemerdonker. In Mr. Willy’s tijd was alles nog simpel. Je had een lief, en daarmee vrijde je. Punt. Geen gedoe, geen ingewikkelde toestanden. Het leven was een rechte tramspoor zonder wissels, en je volgde gewoon het pad dat voor je lag.
Natuurlijk had je wel eens een zomerlief of een kermislief, zo’n losse scharrel waarmee je dingen deed die het daglicht liever niet zag. Maar met je échte lief? Daar keek je hooguit samen sereen naar een zonsondergang. Een lief, daar was je zuinig op. Liefdes waren schaars.
Pfff, tegenwoordig verslijten ze vriendjes en vriendinnetjes alsof het blikvoer is in de supermarkt. Soms zelfs in groepsverband, alsof je een telraam nodig hebt om het bij te houden. De liefde is nu een lopend buffet, waar men alles proeft zonder zich ooit echt vol te eten.
Als Mr. Willy vertelt over de ‘liefkesdag’ van vroeger, kijken zijn kleinkinderen hem aan alsof hij een prehistorisch fossiel is. Misschien denken ze wel dat hij het over de Liefkenshoektunnel heeft: weinig gebruikt, maar met een tol die zijn prijs eist. Zondag was dé dag. De enige dag waarop jongens bij de meisjes mochten komen ‘vrijen’. Maar ‘vrijen’ betekende toen niet wat het nu betekent. Geen hitsige escapades, nee. Het was vrijen op afstand, zonder batterij, en meestal zat er nog een handvol familieleden tussen.
Die eerste zondagavonden staan nog op zijn netvlies gebrand. Met klamme handen en een hart dat wilder sloeg dan een opgejaagde haas, stond hij voor de deur van Mevr. Willy’s huis. Haar vader zat daar, een menselijke waakhond in een fauteuil, ogen die je ziel doorboorden. Haar moeder schonk hem een kopje koffie zo sterk dat je het lepeltje rechtop kon zetten. En Mevr. Willy? Die zat stilletjes, met haar ogen neergeslagen alsof ze de patronen in het tapijt bestudeerde.
Het gesprek bleef hangen bij het weer, de nieuwe pastoor, en de hond van de buren die was weggelopen. Alles behalve datgene waar je hart werkelijk naar snakte. En als je knie per ongeluk de hare raakte, was dat een elektrische schok die door je hele wezen schoot. En dan zo tegen negen uur stond haar vader op, met de air van een beul die zijn bijl ging halen: "Het is tijd, jongen," klonk het, zonder ruimte voor tegenspraak. Je bedankte beleefd, maakte je uit de voeten, en buiten ademde je de nacht in, met de geur van Mevr Willy's haar nog in je neus en dromen die je alleen aan de maan durfde toevertrouwen.
Nu zwiepen ze naar links en rechts alsof het een wedstrijd is. Vrijen is een kwestie van snelle vingers en stabiele wifi. Romantiek heeft plaatsgemaakt voor algoritmes en gefilterde profielfoto’s. Ze ontmoeten elkaar in lawaaierige cafés waar praten zinloos is, maar misschien is dat de bedoeling.
Alles gaat snel, sneller, snelst. Vooruitgang, noemen ze dat. Maar Mr. Willy vraagt zich af waar ze naartoe hollen. Ach ja, hij is maar die ouwe knar die niet meer meekan met zijn tijd. Maar soms verlangt hij terug naar die dagen van liefkesdag, van stiekeme blikken en vingers die elkaar even raakten. Naar het avontuur van elkaars ogen ontdekken, zonder GPS of berichtjes die je aandacht stelen.
Elke generatie vindt z’n eigen weg, en misschien kijken zijn kleinkinderen binnen 50 jaar ook weemoedig terug op 'hun' tijd. Misschien hebben ze dan iets nieuws bedacht, zoals ‘virtueel vrijen’ met hologrammen. of zoiets.
Maar hopelijk is er altijd een plekje voor ouderwetse romantiek. Want een lief is geen consumptieartikel. Het is een kostbare bloem, die alleen bloeit als je er met zorg en geduld naar kijkt, niet afgeleid door het volgende berichtje dat binnenkomt.
Liefde is meer dan een daad of een woord. Het is een kunst, een dans, een avontuur dat je langzaam en met aandacht beleeft.