VERHALEN VAN DE NACHT: MAGIE

Gepubliceerd op 15 november 2024 om 20:00

De wereld slaapt, de maan werpt haar licht in de donkerte van de nacht. Je hoort alleen de fluisteringen van de wind door de bomen zweven, en het zachte getik van meneer Willy, die daar weer stilletjes zit bij het schijnsel van zijn scherm, mijmerend over dromen en verlangens die diep in zijn ziel verborgen zijn.
Maar de zwaarte van zijn zorgen drukt op zijn schouders, nestelt zich in de schaduw van zijn gedachten, grauw en hardnekkig. Hoe heerlijk zou het zijn om daaraan te kunnen ontsnappen. Hoe heerlijk zou het zijn om bv een tovenaar te zijn, zo’n rare snuiter met een lange mantel en een puntige hoed, die het gewone leven met een handomdraai naar zijn hand zet, als een godvergeten meester van het ondenkbare.

Ja, een tovenaar zou hij willen zijn, met magische krachten die het alledaagse overschrijden.

En dan zou hij zich veranderen in een majestueus schip, zijn gevoelens de wind die zijn zeilen vult. Hij zou vertrekken op een fabelachtige reis over onbekende oceanen, op zoek naar mythische wezens die alleen in legendes bestaan. Samen met machtige piraten zou hij feestvieren onder de fonkelende sterrenhemel, lachend en vrij.

Op mysterieuze eilanden zou hij aanmeren en dieren ontmoeten die kunnen spreken. Hij zou  praten over het wonder van lopen op twee benen, over het leven en zijn mysterie. In diepe gesprekken zou hij zichzelf verliezen, vergetend wat hem thuis zo bezighoudt.

Met zijn krachten zou hij goedheid verspreiden, de hongerige voeden en vrede brengen waar onrust heerst. Hij zou alle ziekten genezen, de wereld helen met een enkele aanraking. In zijn verbeelding ziet hij hoe, met een eenvoudig gebaar, zorgen en pijn verdwijnen als mist in de ochtendzon. Met een enkel gebaar zou hij iedereen geven wat ze nodig hebben, de wereld voedend met zijn goedheid.

En de cijfers, die hem zo kwellen, zouden naar nul zakken, opgelost door zijn magische aanraking. De last van zijn zorgen zou van zijn schouders glijden, licht als een veertje op de wind.

In deze droom vindt meneer Willy troost, een moment van verlichting in de donkere uren. 
En dan komt de realiteit zachtjes terug, en verdwijnt de magie van de nacht. Maar de echo van zijn droom blijft hangen.

En al is hij dan geen magiër, de hoop en het verlangen naar het onmogelijke blijft, en hij zal altijd blijven geloven in de kracht van de verbeelding.