Bloed, boortjes en bijtringen

Gepubliceerd op 11 december 2024 om 13:51

Het begon allemaal al aan de voordeur. Trillend als een kwarkpudding in een rijdende bus , stapte ie binnen.
Aan de balie heerste een onheilspellende stilte. De receptioniste tikte met haar felroze nagels op de balie; haar ogen glinsterden alsof er elk moment een bevredigende gil uit zijn mond zou komen. "U bent Mr. Willy? Ach ja, ik zie het al," zei ze zoet, maar met slecht verborgen leedvermaak. "Neemt u daar maar plaats." Ze wees naar een wachtruimte die aanvoelde als het voorportaal van de hel. Op de tafel lagen folders met bloederige verstandskiezen, gapende zwarte gaatjes en foto’s van tanden die meer op miniatuurmenselijke schedeltjes leken dan op iets dat je in je mond zou moeten koesteren.
De klok tikte tergend langzaam, elke seconde als een druppel angstzweet van zijn voorhoofd.

De klok tikte tergend langzaam, elke seconde een marteling.

Plots klonk er een hol, bijna kerkelijk klokkengeluid in de gang. De deur opende, en daar verscheen hij: de beul in wit gewaad. Een forse man, breedgeschouderd, met een witte jas waar, zo zweerde Mr Willy, vage rode spatjes op te zien waren. Bloed? Tomatensap? Het maakte niet uit, het was angstaanjagend genoeg. "Komt u maar," zei de man  met een plotselinge vrolijkheid, alsof hij net een middeleeuwse martelsessie had afgerond en nu uitkeek naar de volgende. "Gelukkig had ik nog een gaatje in mijn agenda." Die opmerking alleen al maakte Mr Willy’s maag zuur. Hieruit ontsnappen? Onmogelijk. Zijn hartslag schoot naar ongekende hoogtes. 

Vol lood in zijn schoenen, stapte hij de behandelkamer binnen. De bekende geur komt hem tegemoet. Een geur die door zijn brein geassocieerd met angst, gevaar en waakzaamheid. Zijn hartslag wordt naar ongekende hoogtes gejaagd. Hoe geraak ik hier uit !!
Het leek wel een scène uit een horrorfilm: de enorme stoel, die op papier een relaxzetel moest voorstellen, leek meer op een folterstoel. Aan de zijkanten metalen instrumenten, ijskoude haakjes, miniatuurhamertjes, boortjes, allemaal marteltuigen, gebruikt door de Inquisitie. Een fel zoeklicht priemde in zijn pupillen, brandde recht in zijn ziel. 
"Hang uw jas maar daar en neemt u plaats," zei de man. Mr Willy’s gedachten protesteerden wild: Niet doen! Ren! Spring uit het raam! Fake een hartaanval! Maar zijn benen gehoorzaamden niet; ze zonken in de stoel als slachtoffers in drijfzand.
En dan verscheen het hoofd van zijn beul in zijn gezichtsveld : "Zeg het eens "

 Zeg wat? Dat hij wilde wegrennen? Dat hij liever zijn tong zou doorslikken dan die boor te voelen? Er  valt niks te zeggen, toch? Er zijn geen klachten, alles voelt normaal. Dit is zo routineus als een routineklus maar kan zijn: "Eh, niks… alles voelt… normaal."

"Prima, dan kijken we toch even," grijnsde de man, hem bekijkend zoals een kat een muis. Een vinger zo dik als een braadworst werd in zijn mond gepropt en met een imposante haak – het soort dat kapitein Haak jaloers zou maken – wrikte hij wat aan Mr Willy’s kiezen. Hier en daar een tik, en een door merg en been snijdend gekras van metalen punten op tandglazuur. "Hmm, tandsteen." Dat woord alleen al klonk als een doodvonnis.

En dan begon het . "Mond goed openhouden, hè!" De waarschuwing sneed als een koud mes door Willy’s zenuwen.
Gvd , opnieuw is ie erin geluisd. Paniek maakt plaatst voor woede en onbegrip. Enkel maar wat tandsteen, toch ??
Er klonk een snerpend "ZZZZZZ-ZZZIIIIIII!" geluid. De boor!!
Waarom moet die boor altijd een lawaai maken als een kettingzaak op steroïden? In een wereld waarin we mensen naar de maan schieten, Hubble-telescopen uitvinden en Trump president kan worden, moet het toch mogelijk zijn dat geluid te vervangen door het gezoem van bijen in de lenteweide? Maar nee, het moest die snerpende helsboor zijn. En wij heeft ooit gezegd dat dat geen pijn doet ?

Zijn gedachten worden onderbroken "Je mag even spoelen,

Een gletsjer van bloed en speeksel vindt zijn weg in de kolkende maalstroom van het spoelbakje. Nog even en er moet een baxter met vers bloed worden aangerukt.

De foltering gaat onverminderd verder. Even later weet een hoeveelheid speeksel te ontsnappen aan de stofzuiger in mijn mond en besluit mijn luchtpijp te terroriseren. Onmogelijk om in deze positie even te slikken: de drilboor zou zich ongestoord richting mijn hersenpan boren. Ik probeer middels enkele spastische bewegingen met mijn benen de aandacht van mijn beul te trekken. Met succes!

"Als er iets is, mag je het altijd zeggen."
Zeggen? Slikken? Hoe dan? Mijn mond stond wijdopen, bezet door een arsenaal aan metaal dat NASA jaloers zou maken. Gelukkig trok de beul zich even terug. Mr Willy slikte. Hij leefde nog. Voorlopig. Fase 2 ten einde.

"Ik ga toch even een foto nemen voor de zekerheid, ik voel precies een haperingske daar zo…"
Een pijnscheut schiet met een rotvaart door tot aan zijn grote teen. Een haperingske??? Je moet er maar op komen!

Een bijtring die koeien niet zou misstaan wordt in zijn mond gestoken. De gediplomeerde(?)  man neemt afstand (waarom hij wel en ik niet???) en een kernreactie aan gammastralen wordt door de radioactieve bron uitgespuwd.

"Mja, we zitten hier precies toch met een minuscuul gaatje."

De wereld stort in. De man had net zo goed: "U heeft kanker" kunnen zeggen. Alles weggemaaid. Fase 3: wanhoop.

"We gaan hiervoor een nieuwe afspraak maken, over drie weken." Drie weken! Drie weken pure psychische terreur, drie weken lang nachtmerries van snerpende boren en bloedfonteinen. Mr Willy voelde zijn ziel verschrompelen als een verwelkte roos in de vriestemperaturen.

Bij de uitgang was het al donker. Hij trok de deur achter zich dicht. De receptioniste wierp hem een laatste, valse, geruststellende glimlach toe. Hij strompelde naar zijn auto, alsof hij net een marathon had afgelegd. Gebroken. Gemangeld. En over drie weken nog eens. Zijn knieën trilden nog steeds als kwarkpudding en hij wist één ding zeker:
Van alle gruwelen op deze planeet is er niks, maar dan ook niks, dat kan tippen aan de horror van een tandartsbezoek.