VERHALEN VAN DE NACHT: HET ZWARTE WOUD

Gepubliceerd op 29 december 2024 om 07:53

 

Met bonzend hart en wijdopen ogen sloop ie het Maanbos in. Het Maanbos, met zijn eeuwenoude bomen en verweerde wortels, een wereld op zichzelf met plekken waar het zonlicht nooit schijnt door te dringen. Niemand durfde er diep naar binnen te gaan, want men fluisterde dat achter elk kromme boom , achter elke verwrongen struik er iets onheilspellends verscholen lag: er zouden monsters wonen, gruwelijke wezens met klauwen als sikkels en ogen die in het duister konden zien. 
Maar toch, op zijn knieën, met een knoestige stok stevig in zijn hand, kruipt ie verder door het dichte struikgewas, omgeven door de geur van hars en vochtige aarde.
Want misschien schuilen er achter die schemerige stammen geen monsters maar schatten en magische wonderen, wonderen die maar weinig stervelingen ooit zagen? Misschien vindt ie wel verborgen paden naar boomholten vol kabouters of twinkelende feeën  boomholtes vol twinkelende feeën.
En zo kruipt  hij voort, tussen dampende paddenstoelen en wortels die als kronkelende slangen uit de aarde rezen. Zijn stok geeft hem hem een fijn gevoel van veiligheid, alsof hij ermee een onzichtbare vijand zou kunnen afweren. Zomaar uit het niets laait een venijnige windvlaag op, een zwart silhouet vliegt over hem heen , takken vallen naar beneden, zijn hart bonkt tegen zijn ribben.
Maar zodra de wind gaat liggen, ontvouwt zich een kleine open plek. Hij ziet een kring van paddenstoelen die in het halfduister een vreemde, zilveren schijn lijken af te geven. Met kloppend hart kruipt ie dichterbij. Is dit een elfenkring, zoals in de verhalen die opa vertelt........

Dikwijls nog denkt Mr Willy terug aan zijn kinderjaren, aan die lange zomervakanties bij zijn grootouders. Kleine Willy woonde ergens in de stad op het derde verdiep van een appartement, geen tuin, geen balkon, niks. Maar opa Willy werkte als hovenier op het landgoed van een rijke barones, waar achter het grote huis een uitgestrekt bos lag. Dat bos was er voor hem alleen, een verborgen domein vol geheimen. Hij herinnert zich hoe hij over de verwilderde paden dwaalde, hoe de geur van vochtige aarde en hars zich vermengde met de fluisterende wind in de toppen van de bomen. Het waren herinneringen die zich vasthechtten aan zijn hart: angst en magie, in één adem verenigd.

In elk bos zijn plekken waar het licht nooit lijkt door te dringen, waar zelfs op klaarlichte dag een sluier van schemering om de dikke boomstammen hangt. Het bos, met zijn eeuwenoude bomen en verweerde wortels, is dan een wereld op zichzelf. Het heeft dan iets magisch, maar ook iets angstaanjagends. Vooral als kind kon je je verliezen in de verhalen die gefluisterd werden door de wind die zachtjes tussen de takken speelde.

Als kind is je verbeeldingskracht onbegrensd, en elke zachte ritseling kan je hart sneller doen kloppen. Je ziet dan niet zomaar een boomstronk , maar een monster dat zich schuilhoudt in de duisternis. Een bewegende struik is geen simpel blaadje dat opwaait, maar een kloppend hart van een verhalenrijk dat je aan de hand meeneemt. Je hoort niet louter wind, maar denkbeeldige wezens die je naam fluisteren. De stilte om je heen is niet geruststellend, maar beladen met onuitgesproken geheimen. In dat donkere bos, waar niets is wat het lijkt, kan elke stap voelen als een sprong in het onbekende.

Als kind vraag je je af wat er verscholen ligt tussen al die dichte struiken en grimmige schaduwen. Zijn het monsters met scherpe tanden, geesten van hen die nooit zijn teruggekeerd, of zijn het misschien slechts de echo’s van je eigen angst? Je fantasie is soms sterker dan de werkelijkheid, en het bos speelt daar graag op in. In de schimmige hoeken vormen zich gezichtjes in de bast, twinkelende ogen tussen het mos, gefluister in de verte dat je lokt en verleidt. Maar wie of wat roept je naam?

Maar dat donkere bos was niet alleen een plek van schrik en beven. Het was ook een wereld vol magie en fantasie, een plek waar iets groots en wonderlijks lag verscholen, een plek waar Mr Willy leerde dromen

En nu, zes decennia later  later, als Mr Willy terugdenkt aan dat grote bos van zijn jeugd, ruikt hij nog altijd de dennennaalden, hoort hij nog altijd de wind zachtjes zijn naam fluisteren, en voelt hij weer die lichte siddering van verwachting.  Dat bos, zo vervuld van geheimen, schonk hem zijn mooiste kinderjaren. En als hij nu zijn ogen sluit, kan hij nog altijd diezelfde magische fluistering horen.

Sommige herinnering verdwijnen nooit .


Diep in het zwarte woud
waar het stil is en koud
Is een plek waar stilte heerst
waar geen leven is dat triomfeert.

Het Zwarte Woud is vervloekt.
Een vloek die je in de duisternis zoekt
Als je binnen gaat, wees dan bedacht
Want velen verdwenen hier in de nacht

Ben je bereid het lot te tarten
Dan wacht je avontuur in vele gestalten
Misschien vol slapeloosheid en eenzaam verdriet
Maar soms ook met vreugde en verdriet

Want in het hart van het bos, tussen de bomen
staat een portaal, diep verscholen
Als je er doorheen weet je nooit wat komt
of hoe diep je valt, voor je verstomt

Sommigen zeggen dat het leidt naar magie
naar een andere wereld, vol mysterie
Anderen beweren dat het een val is
Georkestreerd door de heer der duisternis

Niemand weet wat erachter kan schuilen
Zijn het verschrikkingen die je hart doen huilen
of zijn het bloemen en dromen die je doen opbeuren? 
Zal nieuwsgierigheid je verder sleuren? 

Wees voorzichtig met wat je beslist.
Want terugkeren is geen twist
Je hebt alleen je eigen geest
Die bepaalt of je wint of vreest

Misschien vind je je paradijs
Of val je in angst, koud als ijs
Maar, ongeacht de vreugde of de pijn
Je zal nooit meer dezelfde zijn