Valentijn

Gepubliceerd op 13 februari 2025 om 08:26

Morgen is het weer zover: Valentijnsdag! Een hoogdag voor bloemisten en chocolatiers. De dag van de liefde, zeggen ze. Hoewel, zonder creditkaart kom je nergens.
Maar toch al een eeuwenoude traditie: wat ooit het levenslicht zag bij martelaars en Romeinse keizers, groeide via parende vogels en kant-en-klare poëzie uit tot een feest van pralines, rozen en goedkope romantiek.

Het begon allemaal met ene priester Valentijn in het oude Rome. Keizer Claudius II – een kerel met nogal weinig gevoel voor romantiek – had bedacht dat vrijgezelle soldaten beter vochten. Logisch, want een getrouwde soldaat heeft wel wat anders aan zijn hoofd: “Heb je de kat al eten gegeven?” “En vergeet het vuilnis niet op weg naar het slagveld!” Dus verbood hij huwelijken voor militairen. Maar Valentijn, de grote romanticus, trok zich daar niks van aan en trouwde koppeltjes in het geheim. Tot Claudius daarachter kwam en Valentijn op 14 februari 269 een kopje kleiner maakte.

Romantisch? Niet echt. Maar hup, Valentijn werd een martelaar voor de liefde. Paus Gelasius riep hem in 496 uit tot heilige, en 14 februari werd zijn naamdag. Of het om déze Valentijn ging of om een van de vele andere martel-Valentijntjes uit die tijd, dat weet niemand. In die periode werd er namelijk nogal kwistig gemarteld. Je zou denken dat het een hobby was.
Maar het duurde dan toch bijna 1000 jaar dat Valentijnsdag echt in de boeken verscheen, nl in 1382 bij Geoffrey Chaucer. Die schreef dat vogels op Valentijnsdag hun liefje kiezen. Klinkt mooi, alleen… de meeste vogels paren pas in mei. Dus Chaucer zat er wel wat naast, maar kom, in de literatuur mag je al eens creatief zijn. Het idee sloeg in elk geval aan, en Shakespeare deed er nog een schepje bovenop. Hij liet Ophelia in Hamlet zingen over Valentijnsdag. De liefde was geboren, of toch de literaire versie ervan.

In het Victoriaanse Engeland werd het pas echt interessant. Post werd goedkoper, en plots kon iedereen anonieme liefdesbrieven sturen. Een soort Tinder avant la lettre, maar dan met de postkoets. Wat begon als onschuldige poëzie eindigde soms met stevige verklaringen als: Uw ogen zijn dieper dan de Theems bij hoogtij.” Anoniem uiteraard, want stel je voor dat de buurvrouw het wist.

Rond 1840 vonden ze in de Verenigde Staten dat dat nog niet ver genoeg ging. De eerste massaproductie van kanten Valentijnskaarten was een feit. En van het een kwam het ander. Chocoladefabrikanten, bloementelers, juweliers… Iedereen sprong mee op de Valentijnstrein. Zelfs de Nederlandse bloementelers in de jaren ’50 bedachten dat Valentijn ooit bloemen uitdeelde. Compleet verzonnen, maar wel goede reclame.

En nu zijn we hier. Valentijnsdag, 2025. Toevallig een vrijdag, maar niet zomaar een vrijdag. Nee, het is onze vrijdag, onze vaste heilige dag. Al jaren vieren we op vrijdag ons eigen tête-à-tête. Geen overvolle restaurants met een Valentijnsmenu van zes gangen waarbij je na gang vier smeekt om genade. Geen dure sieraden of pralines in een veel te rode hartvormige doos. Zo’n doos die fluistert: "Hier, schat. Speciaal voor jou. De bonbons linksboven smaken naar kersenlikeur en midlifecrisis."

Nee, bij ons gaat dat anders. Dat is geweten. Wij houden het eenvoudig. Een goeie fles wijn, misschien wat cava, een stukje kaas. Een gesprek dat alle kanten kan opgaan,  over dagdagelijkse dingen, over oude  herinneringen , over mogelijke toekomstplannen. Soms eindigt dat in een diepe mijmering bij de laatste druppel wijn, soms in een onverwacht dansje tussen de stoelen, gewoon omdat het kan.

Want je weet, iedereen weet dat, echte liefde dat is niet die ene dag vol opgeklopte romantiek en perfect georkestreerde gebaren. Liefde zit in de kleine dingen. Samen de afwas doen, zonder dat iemand daar een drama van maakt. Het laatste stukje taart zonder aarzeling aan de ander geven, zelfs als je er zelf zin in hebt. Of samen zwijgend van een glas wijn genieten en precies weten wat de ander denkt.

Maar toch... deze vrijdag krijgt hoe dan ook toch een klein Valentijnsstrikje. Misschien laat ik wel een lief briefje achter op de ontbijttafel. Iets eenvoudigs, niets groot of zwaar.
Een paar woorden recht uit het hart, zonder tierlantijntjes.
Das altijd goed voor een dikke knuffel van Mevr Willy. En daar doe je het toch voor, niet?