
't Is bijna Kerstmis. En Mr Willy zou Mr Willy niet zijn, moest ie dan geen mooi kerstverhaal schrijven. En daarvoor had hij zijn inspiratie gezocht in het toch zo mooie sprookje van Hans Christian Andersen " Het meisje met de Zwavelstokjes"
Alleen, dat meisje gaat dood, en in een kerstverhaal, neen, dat kan niet.
Dus heeft hij daar een hedendaagse en zeer ruime interpretatie van gemaakt. En de hoofdpersoon, ja, dat moet je maar lezen
*****
Troosteloos kijkt Lara om zich heen
De zolderkamer ademt een sfeer uit van vergetelheid en verwaarlozing. De ruimte is krap en somber, verlicht door een enkel, zwak gloeiend peertje dat schaduwen laat dansen over de gebarsten muren. De gordijnen, ooit misschien kleurrijk en levendig, zijn nu niet meer dan gescheurde lappen stof, hangend aan een roestige roede. Ze fladderen zachtjes bij het minste zuchtje wind dat door de slecht sluitende ramen blaast, waarvan het glas gebarsten en vuil is, bedekt met de afdrukken van lang vervlogen dagen.
In een hoek staat een bed, armoedig en onuitnodigend, met een matras die de vormen van te veel voorgaande bewoners heeft aangenomen. De lakens zijn dun en bevlekt, getuigen van een leven vol ontberingen en gebrek. Erboven hangt een bleke, versleten deken, die nauwelijks troost of warmte lijkt te bieden in de kille nachten die deze kamer teisteren.
Naast het bed, tegen de muur, staat een klein, gammel tafeltje, overladen met papieren die hun witheid en glans al lang verloren hebben. De documenten zijn gekreukt en de randen ervan zijn verscheurd, alsof ze talloze keren zijn vastgepakt door handen die naar hoop zochten in de woorden die erop geschreven staan. Tussen de papieren door kruipen sporen van morsige koffievlekken, getuigen van nachten gevuld met wanhopige pogingen om wakker te blijven.
De gootsteen in de hoek van de kamer is gebarsten, met een roestige kraan die al jaren geen druppel water meer heeft gegeven. Het porselein is bevlekt met kalk en vuil, en onder de gootsteen verzamelen zich plassen van een onbekende, troebele vloeistof. Naast de gootsteen staat een emmer, gebruikt voor het weinige water dat de bewoner elders moet gaan halen.
De vermolmde vloerplanken kraken bij elke stap, en op sommige plekken zijn ze zo versleten dat je de spijkers ziet. De kamer is niet alleen een fysieke ruimte van armoede en verval, maar ook een spiegel van haar gebroken dromen, haar verslagen hoop. Het is een stille getuige van een leven in de schaduw, vergeten door de wereld buiten deze vier muren.
Hoe was het ooit zover kunnen komen?
Ze was opgegroeid in een omgeving waar liefde en zorg vervangen waren door onverschilligheid en misbruik. De zondebok voor de frustraties van haar ouders, en de littekens van de slagen die ze kreeg, zowel fysiek als emotioneel, droeg ze nog altijd bij zich. Een eenzaam bestaan zonder de warmte en vreugde die een kind zou moeten kennen.
Op een dag, toen het leven thuis ondraaglijk werd, had ze de moedige maar wanhopige stap gezet om weg te lopen. Zonder een plan, zonder middelen, vond ze zichzelf alleen op de straten, een harde en onverschillige wereld die wachtte op jonge, kwetsbare zielen zoals zij. Haar zoektocht naar een beter leven veranderde snel in een strijd om te overleven.
De realiteit van de straat was meedogenloos. Zonder begeleiding en steun, viel ze ten prooi aan de donkere kanten van de samenleving. Ze werd verleid door de valse beloftes van een leven dat leek op een ontsnapping van haar verleden. Prostitutie en drugs werden de harde werkelijkheid van haar bestaan. Drugs boden een tijdelijke verlichting van haar pijn en verdriet, een vluchtige ontsnapping uit een wereld die haar niets dan pijn had gebracht.
Soms, tijdens die moeilijke dagen van mensonterende bezigheden, vond Lara een zeldzaam soort troost. Daar, op de hoek van de straat die ze zo goed kende, flitste soms een glimp van Michael voorbij. Michael, ooit ook gevangen in de greep van verslaving, had zichzelf bevrijd en was nu een baken van licht voor zielen zoals zij, verloren in de nacht van het bestaan.
Tijdens die sporadische ontmoetingen nam hij haar mee naar een klein koffiehuis, een oase van warmte en rust in de koude wereld. Daar, ver weg van de rauwe realiteit van de straat, spraken ze. Michael sprak met haar, niet als een klant in de nacht, alleen op zoek naar vleselijke genoegens, maar als een vriend, een medemens. Hun gesprekken waren eilanden van echtheid in een zee van oppervlakkigheid. Ze deelden verhalen, lachten samen, en in die momenten voelde Lara iets wat ze lang niet had gevoeld: een warmte die dieper ging dan de koffie die ze dronk.
En dan, in die zeldzame momenten van gedeelde stilte, waar woorden plaatsmaakten voor een begrijpende blik, bloeide er iets iets broos en moois in haar hart. Een stille hoop, een verborgen droom, flakkerend als een kwetsbare vlam in de wind. Het was een gevoel dat voorzichtig fluisterde over een ander leven, een leven ver weg van de donkere straten, een leven misschien gevuld met licht.
Maar die droom, zo teer en ongrijpbaar, bleef verscholen in de schaduwen van haar hart. Want hoe kon een ster schijnen in de duisternis van een wereld die haar slechts als een schim zag? In de stilte van haar ziel, verborgen onder de façade van het dagelijkse overleven, koesterde Lara deze droom, een stille ode aan een onmogelijke liefde, te teer om in woorden te vatten.
En elke avond keer Lara terug naar haar kamertje en elke avond overviel haar de ledigheid , de troosteloosheid van haar eenzame bestaan. En dan greep ze naar de heroïnespuit.. Die bracht haar vergetelheid, die bracht haar dromen.
In een wereld vol zielepijn en onvervuld verlangen, zweeft zij door haar dromen, waarin eenvoudige geneugten haar hart raken. Ze dwaalt door een magische tuin, waar bloemen fluisteren en bomen verhalen vertellen, en vogels liederen zingen die haar ziel verwarmen. Of ze vindt zichzelf terug langs de oevers van een kalme rivier, waar het water zachtjes kabbelt, de maan en sterren weerspiegelt, en een betoverend lichtspel creëert. Om haar heen dansen vuurvliegjes, die haar pad verlichten in een wereld van schitterend duister. In een andere droom wandelt ze door een verborgen stad, opgetrokken uit kristal en licht, waar straten resoneren met vreugde en harmonie. Al deze droomwandelingen brengen haar rust en vrede, en aan het einde van elke tocht wacht haar prins, een weerspiegeling van haar ideale liefde, op een wit paard, met het gelaat van haar geliefde Michael.
Maar haar meest kostbare droom is de herinnering aan haar grootmoeder, de enige vrouw die er altijd onvoorwaardelijk voor haar was, die haar liefde en aandacht schonk. Ze bezoekt een gezellige, warme keuken waar haar grootmoeder op haar wacht. Samen zitten ze aan een tafel vol zelfgebakken lekkernijen. Haar grootmoeder luistert aandachtig, haar ogen vol begrip en liefde. In deze veilige haven, omhuld door de geur van versgebakken brood en de zachte stem van haar grootmoeder, vindt ze troost en onvoorwaardelijke liefde.
En dan wordt ze soms wakker, midden in zo'n droom, en wordt ze in alle hevigheid geconfronteerd met de hartverscheurende realiteit van haar leven. In een wanhopige poging om die pijn te ontvluchten, grijpt ze naar een tweede, soms een derde shot, alles om maar te kunnen vergeten, om te ontsnappen aan de ondraaglijke last van haar bestaan, een strijd tussen droom en werkelijkheid, waarin haar ziel schreeuwt om verlossing.
En dan, op een nacht, neemt ze één shot teveel........
Langzaam ontwaakt ze uit een diepe slaap. Haar ogen openen zich voorzichtig. Haar eerste bewustzijn is de sensatie van de warmte en zachtheid van het bed waarin ze ligt, alsof ze omarmd wordt door een liefdevolle knuffel. Een bed dat zo warm en troostend is, als een omhelzing van donzige wolken. Verwonderd kijkt ze rond. Waar ben ik? Ze richt haar aandacht op de kamer rondom haar. Ronduit betoverend, een meesterwerk van elegante eenvoud en verfijnde pracht. De muren zijn bedekt met behang in zachte pasteltinten, doorspekt met subtiele gouden accenten die het ochtendlicht vangen en zachtjes terugkaatsen. Aan het hoge plafond hangt een kristallen kroonluchter, zijn licht schitterend als bevroren dauwdruppels in de ochtendzon. Rondom het bed staan antieke meubels, elk met hun eigen verhaal, zorgvuldig geselecteerd en geplaatst om een gevoel van tijdloze elegantie te creëren.
Wat haar echter het meest treft, is de overvloed aan kerstversiering die de kamer siert. De hoeken van de kamer zijn versierd met zorgvuldig samengestelde kerststukken, waarin groene dennen en hulst harmonieus samengaan met sprankelende zilveren ornamenten en zachte, fluwelen linten. Een kleine, maar prachtig versierde kerstboom staat in de hoek, zijn lichtjes fonkelend als kleine sterren, zijn takken beladen met delicate ornamenten die herinneringen oproepen aan vervlogen kerstvieringen en herinneringen.
Waarom ze hier is, hoe ze hier is gekomen, dat zijn vragen voor later. Maar terwijl ze nog steeds de warmte van het bed koestert, haar gedachten wazig van slaap, wendt ze haar blik naar een hoek van de kamer. Daar, in een comfortabele stoel, zit Michael, gehuld in het zachte ochtendlicht dat door de gordijnen sijpelt. Hij slaapt , met diepe rimpels van vermoeidheid in zijn gelaat.
En dan , als een dam die doorbreekt , komen haar herinneringen terug. Herinneringen aan haar troosteloos leven, aan dat laatste shot, dat bijna haar dood geweest was.
En de herinnering aan haar afkicken
De heroïne, ooit een vlucht uit de realiteit, een moment van valse euforie, was nu een keten die knelde en sneed in elke vezel van haar bestaan.
De fysieke ontwenning was een marteling. Die alles allesoverheersende hunkering, een monster dat van binnenuit schreeuwde, dat haar lichaam opeiste met een intensiteit die bijna tastbaar was .Haar lichaam dat rebelleerde, schuddend en trillend in een wrede dans van pijn en ongemak. Spieren die verkrampten en samentrokken alsof ze los wilden breken van het lichaam. Een huid die aanvoelde als een te strakke jas, jeukend en brandend, terwijl het zweet in koude rillingen over de ruggengraat liep.
Maar in deze donkerste momenten was daar Michael, een baken van licht in de verterende duisternis van haar verslaving. Michael, die zonder oordeel naast haar stond, was de gestage aanwezigheid die haar herinnerde aan een leven buiten de ketenen van heroïne.
Hij was er, niet alleen in de momenten van rustige steun, maar ook in de rauwe, ongetemde uitbarstingen van ontwenning. Wanneer ze schreeuwde van de pijn, haar lichaam kronkelend in de greep van de fysieke hel die ze doorstond, was het Michael die haar hand vasthield, die zachtjes sprak of stilzwijgend bleef, of wat op dat moment ook nodig was.
Zijn liefde uitte zich in talloze kleine daden - een vochtig washandje op haar voorhoofd, een zachte deken om haar trillende lichaam, een luisterend oor voor haar angsten en frustraties. Hij was de stille getuige van haar strijd, een rots in de branding van haar woelige zee van emoties. Michael was er, onwankelbaar, zelfs op de momenten dat zij zichzelf verloor in de waanzin van haar afkickproces.
Het was zijn liefde die haar hielp herinneren aan wie ze was voor de heroïne haar greep kreeg. In zijn ogen zag ze niet de verslaafde, maar de vrouw die ze kon zijn, de vrouw die ze ooit was. Hij hielp haar de stukjes van haar gebroken zelfbeeld weer bij elkaar te rapen, stukje voor stukje, met eindeloos geduld en onvoorwaardelijke steun.
Michael bracht niet alleen troost, maar ook een spiegelbeeld van hoop en mogelijkheden. Zijn onwrikbaar geloof in haar vermogen om te genezen, om weer heel te worden, was een cruciale kracht in haar herstel. Zijn liefde, vrij van verwachtingen en eisen, schonk haar de ruimte om te genezen, om haar eigen kracht en wilskracht te herontdekken.
Zonder Michael had niet gered.
Zachtjes stond ze op en ging naar hem toe.
Het werd een kerstfeest zoals Lara nog nooit had ervaren – een viering van hoop, herstel en nieuwe kansen. Een nieuw leven waar ze niet langer hoefde te vluchten in de wereld van haar dromen, maar een waar ze haar dromen kon waarmaken in de realiteit.
En ze had nog een lange weg te gaan, maar te midden van de kleine kerstlichtjes en de zachte kerstmuziek, had ze haar eigen haar eigen kerstwonder gevonden: de liefde en steun van een vriend, en het geloof in zichzelf dat ze lang verloren had gedacht. Dit was niet alleen haar mooiste kerstfeest ooit; het was het begin van een nieuw, hoopvol verhaal.
Reactie plaatsen
Reacties