
Mr Willy is helemaal geen yuppie, hoor . Beroepshalve heeft ie heel andere wegen gekozen.
Maar stel, stel dat ie toch een yuppie zou zijn geweest, hoe zou z'n leven er dan hebben uitgezien?
Eerst ben je jong. Koning van de wereld, althans in je eigen hoofd. Zorgen? Da's voor morgen en aan morgen denk je niet. Je ouders? Twee ouwe knarren, maar zolang je zakgeld krijgt en een auto, zijn ze wel te verdragen. Dagen gevuld met geinen, nachten met feesten. Dollen met je vrienden en in het weekend lekker stappen. Achter de meiden lopen. Muziek? een essentieel onderdeel van je leven, hoe luider hoe liever. Dromen van brommers en scheuren met de auto. Beleefdheid? Nooit van gehoord.
Je motto: leven voor de lol.
En dan krijg je een serieuze relatie. Ring erop en hop, je bent getrouwd. Diepe hartstochtelijke liefde. Je bed van Ikea krijgt het zwaar te verduren. Kids? Misschien, boeit niet. Zelfstandig wonen. En dan komen de rekeningen, echte rekeningen. Echte zorgen. Je leeft nu serieus. Carrière maken. Je moet nog veel leren, vaak ben je eigenwijs en ga je op bek. Oudere collega's mijdt je, die zeggen te dikwijls dat ze het indertijd ook zo geprobeerd hebben, maar dat dat toen niet werkte. Stappen? Alleen als de portemonnee het toelaat. "Hoe deden mijn ouders dit?" Je wordt beleefd. Je Houdt de liftdeuren op voor ouderen, je zegt meneer en mevrouw tegen ze .
En dan, ineens, ben je de dertig gepasseerd. Je staat in de bloei van je carrière, strak in het pak, met een smartphone die meer kost dan het maandsalaris van je stagiair. Volgens de 'experts' moet je het nu gemaakt hebben, anders ben je voor eeuwig de sukkel van de zaak. Jouw kantoor is het strijdtoneel, je ergonomische bureaustoel je troon.
Die jonge gasten met hun frisse diploma's kijken naar je op, terwijl jij hen belerend vertelt hoe de echte wereld werkt. Oudere collega's? Die mijd je als de pest. Ze zitten vast in de vorige eeuw met hun gezeur over 'goede oude tijden' en 'vaste pensioenregelingen'.
Thuis? Daar ben je een vreemde. Je kinderen herkennen je bijna niet meer. "Is dat papa?" vragen ze als je een zeldzame verschijning maakt. Je vrouw, als ze er nog is, moet wel een heilige zijn. Of gek. Of beide. Romantiek is vervangen door spreadsheets en conference calls. Of je zoekt het elders, jonge meiden genoeg die snel de lift omhoog willen.
Geld verdienen, dat is je mantra. Iemand moet toch de hypotheek van dat veel te dure huis betalen? Je probeert je collega's te inspireren met het 'wij-gevoel', maar diep vanbinnen weet je dat het allemaal om de cijfers draait.
Bedrijfsfeesten zijn je oase in de woestijn van Excel-sheets. En bij elk werkoverleg sta je vooraan, klaar om je stempel te drukken op elk plan, hoe absurd ook.
Mensen houden de deur voor je open en zeggen meneer tegen je
Gezegd wordt dat het gevoel van ouder worden geleidelijk komt, maar nee hoor, da's gewoon onzin. Het overvalt je als een kater na een te wild bedrijfsfeestje. Je staat op een dag op en ineens realiseert je dat je niet meer die jonge knul bent van vroeger.
Plassen doe je nog met de kracht met van een lekkende tuinslang. Je denkt nog sterk te zijn, maar een potje armworstelen met je kind wordt een hachelijke onderneming. En je buik? Die hou je niet meer in. Die dagen zijn voorbij. Jonge meiden imponeren? Vergeet het maar. Ze kijken je aan alsof je hun vader bent. Wat, technisch gezien, ook zou kunnen.
Stappen met de jonge collega's? Ja, leuk, als je een dag vrij plant om bij te komen. Je snelheid is niet meer wat het geweest is. Je voelt je als een oude diesel in een wereld van elektrische racemonsters. De trap is je nieuwe Mount Everest en je kunstgebit je stille getuige van de tand des tijds. Je collega's ontwijken je, moe van je verhalen over 'hoe we het vroeger deden'. Werkoverleg? Zonde van je tijd. Bedrijfsfeestjes? Liever thuis op de bank met een goed glas en een slechte film.
Muziek? Niet te hard , wan dan krijg je hoofdpijn.
Je probeert wanhopig je relatie te redden. Je besteedt tijd aan je kleinkinderen, in een poging goed te maken wat je bij je eigen kinderen hebt gemist. Seks? Ja, dat gebeurt nog. En praten met je partner? Dat is even wennen.
Bij elke reorganisatie hoop je stiekem op een gouden handdruk, maar teleurstelling volgt. Je neemt al je vakantiedagen op, plus een hoop ziektedagen, burn-out noemen ze dat.
Mensen lopen je gewoon voorbij
En da, ga je met pensioen, klaar om , ja, om wat ? .
Je dagen als snelle yuppie zijn geteld, en wat ligt er in het verschiet? Bingo in het buurthuis, of erger nog, opnieuw stijldansen leren tussen de geraniums van het bejaardentehuis. Misschien hoop je op een snelle heiligverklaring door de Paus zelf.
Bier, ooit je beste vriend na een lange werkdag, nu is het een vage kennis die je liever ontwijkt. Waarom? Nou, laten we zeggen dat je blaas niet meer is wat-ie geweest is. Waar je vroeger staand een vlieg van het plafond kon raken, ben je nu al blij als je de weg naar het toilet weet te vinden zonder een spoor achter te laten.
Namen? Die zitten ergens in de nevelen van je geheugen. Elke nieuwe ontmoeting is een déjà vu. De muziek moet hard, niet omdat je van die zware bassen houdt, maar simpelweg omdat je anders niks hoort.
Je kleinkinderen, ach, die zijn alweer bezig met het produceren van een nieuwe generatie.
Maar weet je, misschien is het niet eens zo slecht. Je kunt eindelijk achteroverleunen en kijken naar de chaos die je achterliet, met een cynische grijns en een kopje thee in je hand – want koffie is ook al niet meer wat het geweest is.
En de mensen? , wel misschien stoppen die nu wel eens voor een praatje, gewoon, over koetjes en kalfjes
En dan, als je denkt dat je alle levensfases hebt doorlopen, komt er een onverwachte bocht. Ziekte, een woord zo kil als een winterdag. Kanker, een dief in de nacht, rooft je gezondheid, je plannen, je toekomst. Palliatief – een woord dat zowel einde als vrede betekent. Plotseling kijk je het leven recht in de ogen, elke dag is een geschenk, elke ademhaling kostbaar. Je leeft intenser, liefdevoller, met de scherpte van iemand wiens dagen geteld zijn. Je omarmt elke zonnestraal, elk lachje, elke herinnering. Vechten tot het einde, met de kracht van een leeuw, de gratie van een vlinder. De bitterheid van het einde vermengt zich met de zoetheid van geleefde momenten. Elk moment is een afscheid, maar ook een viering van leven – hoe kort, hoe fragiel, hoe prachtig.
Reactie plaatsen
Reacties